Indo-Europese batik 1850-1950

Art Nouveau in Nederlands-Indië. De Veronica Warnars Collectie

Kees de Ruiter

39,50

Dit boek beschrijft een unieke familiecollectie Indo-Europese batik uit de periode 1850 – 1950. Deze is bijeengebracht vanaf 1920. Maar liefst vier generaties hebben hieraan hun bijdrage geleverd. Een selectie van circa 150 doeken wordt in groot formaat afgebeeld, waarbij voorstelling, motieven, patronen en symboliek van de sarongs uitgebreid belicht worden.

Op voorraad

ISBN: 9789460220302
Taal: Nederlands
Bindwijze: Hardcover
Pagina's: 328
Publicatiejaar: 2023

Catalogus categorie: , ,

Beschrijving

In de wereld van de mode is het bestaan van batik uniek. Het betreft een eeuwenoude textiel-decoratietechniek, waarbij met hulp van was op doek plus verfbaden aan uiterst verfijnde patroon- en motiefvorming wordt gedaan. De batikindustrie nam een grote vlucht vanaf het midden van de 19de eeuw aan de noordkust van het eiland Java. Het bijzondere hier was dat de ontwikkeling van de batikkunst plaatsvond op het snijvlak van diverse culturen; Javaans, Chinees en Europees. Batik kan gezien worden als een bijzondere expressie van ‘mestizering’, van vermenging van culturen. Daarbinnen waren het vooral Indo-Europese batikonderneemsters die de ontwikkeling vormgaven. Beroemde namen in dit verband waren Eliza van Zuylen-Niessen en Lien Metzelaar-de Stoop. Centraal in de ontwikkeling staat de invloed van de Art Nouveau-stijl op de ‘Indische’ batikkunst. Dit boek beschrijft een unieke familiecollectie Indo-Europese batik uit deze periode. Deze is bijeengebracht vanaf 1920. Maar liefst vier generaties hebben hieraan hun bijdrage geleverd. Een selectie van circa 150 doeken wordt in groot formaat afgebeeld, waarbij voorstelling, motieven, patronen en symboliek van de sarongs uitgebreid belicht worden.

Auteur

Kees de Ruiter (Maastricht 1965) studeerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Op 20-jarige leeftijd kreeg hij een eerste sarong van zijn Indische grootmoeder, de basis van deze collectie. Als kunsthistoricus beschrijft hij collecties en nalatenschappen, met als specialisatie antiek Chinees en Japans exportporselein en Zuidoost-Aziatische textilia.