Beschrijving
Tussen 1890 en 1939 werden zo’n 33.000 Javaanse vrouwen, mannen en kinderen van Java naar Suriname verscheept. Op de plantages namen zij met een vijfjarig contract de plek in van de slaafgemaakten, die na de afschaffing van de slavernij en het Staatstoezicht in 1873 in vrijheid waren gesteld. Om het dreigende arbeidstekort op de plantages te lenigen, hadden de koloniale bestuurders eerst contractarbeiders geworven in Brits-Indië. Daarna richtten zij hun blik op voormalig Nederlands-Indië. Op 9 augustus 1890 kwam de eerste groep Javanen aan in Suriname. Zij vormden het startsein voor een periode van Javaanse contractarbeid, die zou duren tot 1930. Daarna volgde een periode van ‘vrije migratie’, waarin niet langer individuen, maar echtparen en gezinnen naar Suriname werden overgebracht. Rond 1975 emigreerde een deel van deze bevolkingsgroep naar Nederland.
Dit boek doorbreekt de stilte rondom deze verborgen Javaans-Surinaamse geschiedenis van dubbele migratie c.q. (gedwongen) verplaatsing. Op basis van de levensverhalen van drie generaties Javaans-Surinaamse vrouwen, wordt terugkeken op hun leven, strijd, veerkracht en overlevingskunst.
Auteur
Yvette Kopijn (1966) werd op Aruba geboren uit een Indische vader en een Nederlandse moeder en woont sinds haar vierde in Nederland. Als schrijver, onderzoeker en docent houdt ze zich al 20 jaar bezig met het verzamelen van levensverhalen van migrantenouderen, waaronder die van Indische Nederlanders.