Onderduikfoto (Nes 118)
Coen en Ella van Eekeres woonden boven de tabaksfirma Entcomayer aan de Nes op nummer 118. Op de benedenverdieping waren de ruimtes ingericht om klanten van de firma met de verschillende soorten tabak kennis te laten maken en daaronder bevond zich de kelder. Deze kelder werd door het echtpaar ingericht als schuilplaats voor uiteindelijk dertien onderduikers.
De onderduikers mochten ’s avonds, wanneer het donker was, naar boven komen om op de eerste verdieping van het pand, in de woonkamer van Coen en Ella te komen ‘luchten’. Wanneer de deurbel ging, werd de persoon die had aangebeld lang genoeg aan de praat gehouden om de onderduikers de kans te geven terug te keren naar de schuilplaats in de kelder.
Op 7 mei 1945 maakte fotograaf Cas Oorthuys een foto die een van de meest iconische foto’s over de onderduik ter wereld zou worden. In de kelder van Nes 118 is een kalende man met snor te zien die een pijp rookt en zittend in een stoeltje een boek leest. Naast hem een vrouw die geknield een kachel lijkt aan te maken. De foto zou het symbool van de Nederlandse onderduiker worden, altijd voorzien van de tekst ‘(Joodse) onderduikers’. De onderduikers van het echtpaar Van Eekeres wilden echter meteen na de bevrijding absoluut niet op de foto. De poserende dame en heer op de wereldberoemde foto zijn dan ook Coen
en Ella van Eekeres, de onderduikgevers zelf.
[voetnoot: Weijers, C., ‘De kracht van een foto. Hoe een bijschrift een beeld kan helpen vormen dat de waarheid vertroebelt’ (Den Haag, 2015), op www.dolfilms.eu.]
uit; Gerben Post, Lotty’s bankje Stilstaan bij de Jodenvervolging in Amsterdam