Beschrijving
inhoud:
In archieven bevinden zich tienduizenden foto’s die genomen zijn in het vooroorlogse Nederlands-Indië. Een aanzienlijk deel van deze collecties valt als formeel te betitelen. Het zijn beelden van beroepsfotografen die in opdracht van het gouvernement of ondernemingen de verschillende bevolkingstypen, de plantages en monumentale panden vastlegden. De Indische wereld werd daarbij nadrukkelijk door een westerse lens bekeken. Ook de koloniale bovenlaag kreeg met de komst van handzame camera’s de middelen om zaken vanuit hun gezichtspunt op de gevoelige plaat vast te leggen. In smetteloos wit gestoken families, omringd door een schare huispersoneel waren populaire onderwerpen. Deze beelden moesten vooral de koloniale verworvenheden en dadendrang bewijzen.
In vergelijking daarmee is het alledaagse leven van de gewone Indische Nederlanders sporadisch vastgelegd. Deze groep van Indonesisch-Europese afkomst beschikte slechts over beperkte mogelijkheden om hun eigenheden te vereeuwigen. Komend uit een mengcultuur waren hun omgangsvormen, denkwijzen, gevoelsleven, rituelen, taal en eetcultuur sterk beïnvloed door de ziel van het land. De beelden uit dit segment van de bevolking liggen op het snijvlak van een Europese en Aziatische identiteit. Ze maken onze beeldvorming over het Indische dagelijkse leven completer, genuanceerder en waarachtiger. Het is ontegenzeggelijk Indisch erfgoed.
Het fotomateriaal in dit boek heeft doorgaans een lange weg afgelegd, voordat het in de archieven belandde. Veelal ontbreken de omschrijvingen of ze zijn uiterst beknopt. Indische ouderen (80-plussers), die nog bewust de vooroorlogse periode hebben waargenomen en ervaren, hebben de beelden opnieuw geduid en van een gevoels- en betekeniswaarde voorzien. Hun flarden van herinneringen en associaties zijn als bijschriften bij de foto’s geplaatst. Tante Anin en oom Tjoh staan voor alle Indische ouderen die de verstilde Indische beelden tot leven wekten.